Onderstaand artikel is van Nieuwsuur, 16 november 2018
Een grote groep 55-plussers komt na ontslag nog amper aan de bak en dat probleem is hardnekkig. Vaak is het idee dat ze te duur zijn. Maar ook als ouderen bereid zijn geld in te leveren, willen werkgevers ze liever niet aannemen.
Dat blijkt uit recent onderzoek. Volgens de onderzoekers is het probleem niet het salaris van een oudere werknemer, maar de houding van werkgevers ten opzichte van ouderen.
Ton Mouris ia een 64-jarige allround administrateur. Hij heeft geen idee hoeveel sollicitaties hij al heeft gedaan. “Ik heb het niet bijgehouden. Vaak hoor je niks, een enkele keer kan je op gesprek.”
Ervaring
Mouris werkte veertig jaar als administrateur bij beveiligingsbedrijf Securitas. Maar na een reorganisatie ging zijn afdeling verhuizen en werd de afstand voor hem te groot. “Ik was best enthousiast in het begin. Ik dacht: ik heb veel ervaring het zal wel meevallen.”
Maar dat bleek een tegenvaller. Ondanks een loopbaantraining via zijn werkgever zit Mouris nog steeds thuis, al dik twee jaar. “Ik heb echt werk nodig, ook voor mijn pensioen en zodat mijn vrouw straks ook kan stoppen met werken. Zij heeft een zware baan in de zorg. Ik heb dan wel een lage opleiding, maar ik heb door al mijn ervaring wel de kennis. Daar wordt gewoon niet naar gekeken.”
De helft van alle werkloze 50-plussers zit al meer dan een jaar thuis, tegen slechts een derde van alle WW’ers samen.
Het is een veelgehoord verhaal onder werkzoekende 55-plussers. Als er twijfels zijn over wat iemand kan, dan durven werkgevers er niet aan te beginnen. “We noemen dat ervaringsconcentratie”, zegt hoogleraar Joop Schippers. “Je weet dan veel van een klein stukje omdat je dat stukje tientallen jaren hebt gedaan. Dat geldt zeker voor een deel van deze problematische groep.”
Schippers deed onderzoek naar de arbeidsmarkt voor 55-plussers en analyseerde de sollicitatie-inspanningen, salariseisen en baankansen van honderden deelnemers aan de tweejaarlijkse arbeidsmarktenquête van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Het resultaat: oudere werkzoekenden solliciteren net zo vaak als jongeren en zijn bereid salaris in te leveren om een baan te vinden, maar het helpt niet. De kans op een baan wordt teniet gedaan door hun leeftijd, concludeert Schippers.
Zorgen
“Onderzoek laat zien dat leeftijdsnormen die werkgevers hanteren een zeer belangrijke rol spelen: het idee dat iemand van een bepaalde leeftijd niet meer zou kunnen werken. Veel werkgevers vinden dat het na 64 of 65 jaar wel genoeg is geweest. En daarop voorsorterend gaan ze iemand van 62 al niet meer aannemen.”
Subsidie op een baan voor ouderen gaan volgens Schippers werkgevers niet over de streep trekken. “Ze denken: als ik iemand aanneem, moet hij zonder veel gedoe het werk kunnen doen. Bij oudere werknemers maken werkgevers zich daar zorgen over: kan hij het wel, wat als deze kracht ziek wordt, dan ben ik hem voor langere tijd kwijt.”
Aversie
De houding van werkgevers ten opzichte van ouderen op arbeidsmarkt is negatiever dan in buurlanden, ziet hoogleraar Arbeidsmarkt Ton Wilthagen. “Dat heeft te maken met de Nederlandse regels op de arbeidsmarkt, zoals het doorbetalen van loon bij ziekte bijvoorbeeld. Dat leidt tot aversie.”
Wilthagen vindt dat er voor de groep werkzoekende 55-plussers dezelfde regels moeten gaan gelden als voor mensen ouder dan 65 die willen doorwerken. “Voor die groep zijn de regels versoepeld: loondoorbetaling is maar twaalf weken, opzegtermijnen zijn korter, en ze hoeven geen premie meer te betalen. Het heeft ervoor gezorgd dat veel meer mensen doorwerken na hun 65ste. Kijk eens naar dat regime. Waarom deze regels niet ook laten gelden voor ‘jongere ouderen’.”
Het aantal werklozen dat al een jaar of langer op zoek is naar werk, is verder afgenomen. In het derde kwartaal waren er 110.000 mensen langdurig werkloos. Dat zijn er 43.000 minder dan een jaar eerder in hetzelfde kwartaal. Daarmee kwam het aandeel langdurig werklozen in de totale werkloosheid uit op 34 procent. Ter vergelijking, in het derde kwartaal van 2017 was dat nog 38 procent.
Het UWV bevestigt de slechtere baankansen voor oudere werkzoekenden. De helft van alle WW’ers van boven de 50 zit al minimaal een jaar thuis. “Het leek in 2008 de goede kant op te gaan, maar toen kwam de crisis. Mensen konden toch onvoldoende aanhaken. Leeftijd is helaas de meest belemmerende factor om werk te vinden”, zegt hoofd arbeidsmarktinformatie bij het UWV, Rob Witjes.
“Al komt het vooral door hardnekkige vooroordelen”, denkt Witjes. “Dat een oudere bijvoorbeeld minder flexibel zou zijn. Werkgevers zoeken in verband met de technologische ontwikkeling liever naar jongeren die veranderingen kunnen brengen. En hardnekkige vooroordelen blijven nu eenmaal hardnekkig.”